1.2 Stuurbehandeling

We onderscheiden de doorgeef- en de overpakmethode. De doorgeefmethode verdient de voorkeur. De overpakmethode kan echter goed worden gebruikt bij snel sturen met lage snelheden.

Bij het terugsturen het stuurwiel met beide handen begeleiden tot de wielen weer in de rechtuit stand staan. Bij het achteruit rijden mag het bovenlichaam dusdanig gedraaid
worden dat de rechterhand het stuur niet meer vast heeft.

Van een goede stuurhouding is sprake wanneer

  • het stuurwiel niet krampachtig met beide handen wordt
    vastgehouden
  • met de handen een stand van ongeveer ’kwart voor drie’ wordt
    ingenomen
  • de armen licht gebogen zijn
  • de handen aan de buitenkant van het stuurwiel zijn geplaatst.

Opmerkingen

  • het op de deur laten rusten van de linkerarm vermijden. Dat kan
    de bewegingsmogelijkheden ten opzichte van het stuur beperken
  • beide handen aan het stuur houden, tenzij de schakelhandel,
    handrem of schakelaars bediend worden
  • draaien aan het stuur, waarbij de beide handen elkaar kruisen
    vermijden. Dit beperkt namelijk de stuurmogelijkheden.

Boek nu een theorie-cursus

[mollie-forms id=”52385″]