1.3 Afstellen spiegels

De spiegels zijn goed afgesteld, wanneer optimaal zicht wordt verkregen.

De binnenspiegel is juist afgesteld indien

  • in het verticale midden van de spiegel het verticale midden van de
    achterruit zichtbaar is
  • de hoogte zodanig is afgesteld dat optimaal zicht wordt verkregen.

De buitenspiegels zijn juist afgesteld indien

  • de (eventueel denkbeeldige) horizon op ongeveer 1/4 deel van de
    bovenzijde in die spiegels zichtbaar is
  • in de linkerbuitenspiegel nog juist de linkerzijkant van de auto
    zichtbaar is en een zo groot mogelijk deel van het weggedeelte
    links naast en achter de auto kan worden overzien
  • in de rechterbuitenspiegel nog juist de rechterzijkant van de auto
    zichtbaar is en een zo groot mogelijk deel van het weggedeelte
    rechts naast en achter de auto kan worden overzien.

Opmerkingen

  • het afstellen van de spiegels dient voor aanvang van de rit te
    gebeuren
  • bij het afstellen wordt aanraking van het glas zoveel mogelijk
    vermeden.

Boek nu een theorie-cursus

[mollie-forms id=”52385″]